Gebruikte kleding 1995

In dit verslagjaar heeft de PAS 77 pakketten met kleding, schoeisel, brilmonturen, beddegoed en andere artikelen ontvangen.

Eind 1995 stonden 316 gezinnen bij de PAS geregistreerd die in aanmerking kunnen komen voor bovengenoemde artikelen. In deze periode is 639 maal gebruikgemaakt van de aankoopmogelijkheid voor een gezin. Dit houdt in dat er gezinnen zijn die vaker dan één keer per jaar het kledingmagazijn bezoeken. Hierbij zij aangetekend dat niet altijd geschikte kleding voorhanden is, waardoor men vaker terugkomt. 325 personen hebben een brilmontuur kunnen kopen.

Uit de opbrengst van de kledingverkoop wordt een vrijwilligster vergoed en worden de inklaringskosten en vervoer gedekt.

Bron: Jaarverslag 1995

Gebruikte kleding 1995

De toestroom van tweedehands kleding is sinds 1994 minder geworden doordat de Afdeling Sociale Ontwikkeling (ASO) van het Bisdom een dergelijke dienst is gaan opzetten. Kleding die gewoonlijk naar de PAS zou komen gaat nu naar ASO. De PAS verstrekt tegen gereduceerde prijzen kleding en brillen aan mensen uit het binnenland. Zij zijn (middels een identiteitskaart) geregistreerd. Deze dienst wordt, onder verantwoordelijkheid van de afdeling Vrouwen & Ontwikkeling, uitgevoerd door één vrijwilligster.

Bron: Jaarverslag 1995

Gebruikte Kleding 1994

De Afdeling Kleding heeft met de geringe voorraden zo efficiënt mogelijk gewerkt. Het cliëntenbestand werd danig opgeschoond. Dit betrof vooral ex-vluchtelingen die door hun keuze voor permanent verblijf in Paramaribo niet meer tot de doelgroep gerekend konden worden. Indien zij desondanks behoeftig zijn, worden zij doorver­wezen naar de sociale afdelingen van de kerken.

De Afdeling Sociale Ontwikkeling van het Bisdom opende in dit jaar een winkeltje en voerde een sterke wervingscampagne via het Bisdomblad Omhoog. Dit heeft ten nadele gewerkt van de goederen­stroom die traditioneel uit de samenleving naar de PAS toekwam. Als Bisdomorgaan kan de PAS in deze niet in concurrentie treden waardoor andere wegen gevonden moeten worden om de behoefte aan kleding voor het binnenland te dekken.

Bron: Jaarverslag 1994

Gebruikte kleding

De in 1990 opgang gezette ontwikkeling naar een betere kledings­situatie in de dorpen zelf werd in 1991 voortgezet. Via lokale contactpersonen werden in 11 dorpen (Pamboko, Masiakriki, Pikin Slee, Kajapati, Jaw Jaw, Ligorio, en Semoisie a.d. Boven – Suriname rivier; Washabo, Donderskamp, Kalebaskreek in West. – Suriname; en Peto-Ondro in Oost- Suriname) om en nabij 2000 kledingstukken verkocht. De gemiddelde verkoopprijs bedroeg sf.3,70.

Daarnaast vond verkoop van kleding in de stad plaats aan ontheemden en aan boslandbewoners die tijdelijk in Paramaribo vertoefden. Ook vonden meubulair, beddegoed, keukengerei e.d. hun weg naar de boslandbevolking.

Voor het sorteren, indien nodig verstellen, en het verkopen van de veelal uit Nederland ontvangen goederen, kon de stichting wederom een beroep doen op talrijke vrijwilligers. Het vertrek van zr. M.Bril, die naast haar huishoudelijk werk tevens fungeerde als hoofd van het kledingmagazijn, liet zijn sporen na.

Desondanks wisten de medewerkers een omzet te realiseren van sf.31.428,-.

Bron: Jaarverslag 1991

Gebruikte kleding 1990

Nadat vanaf 1986/1987 de aandacht grotendeels was uitgegaan naar de ontheemden, konden met ingang van 1990 ook weer de dorpen in het binnenland in het schema van de kledingdistri­butie worden opgenomen. Er werden pakketten verzonden (vooral schoolkleding) naar Washabo-Apoera, Tapoeripa, Donderskamp, Corneliskondre en Kalebaskreek in West-Suriname en naar vijf dorpen aan de Boven Suriname. Verder werd te Peto Ondro in Oost-Suriname een grote verkoopdag georganiseerd. In eerste aanleg ontvingen de ontheemden, die bij hun over­haaste vlucht een groot deel van hun bezittingen onbeheerd moesten achterlaten, gratis een dubbele set kleding. In een later stadium kon men om de zes maanden per gezinslid maximaal twee sets aanschaffen, tegen een billijk tarief. Voor de overige cliënten werd een ander prijzenstelsel gehanteerd (van sf. 1,= tot sf. 5,=) per kledingstuk).  Voor de lokale verkoop droegen contactpersonen zorg; de ver­koop in de stad berust bij de medewerkers van de kledingafde­ling, die voor een goede gang van zaken een adequaat registra­tiesysteem hebben opgezet teneinde oneigenlijk gebruik te voorkomen.

De kleding is voor een groot deel afkomstig van particulieren in Nederland, een deel ontvingen wij uit de Surinaamse gemeen­schap. De kleding wordt gesorteerd en indien nodig versteld (daartoe beschikt de PAS over een “pool” van vrijwillige thuiswerksters) en gewassen. Voor een efficiënte gang van zaken is het kledingmagazijn (groot 42 m2) ingedeeld in negen vakken (voor baby-, dames-, heren- en kinderkleding, beroeps­kleding, schooluniformen, schoenen etc.) Onbruikbaar en/of overtollig materiaal wordt benut voor cursuswerk (confectie, handwerken) of verwerkt tot bijvoorbeeld kinderkleding.

Al naargelang de voorraad worden huishoudelijke goederen verstrekt, alsmede beddegoed en brilmonturen (waaraan grote behoefte bestaat gezien de prijs, minimaal sf.400,= voor een nieuw montuur).

Het bruto-resultaat van de kledingafdeling bedroeg sf. 23.442,=; hieruit worden onder meer de kosten van inklaring van de pakketten bestreden: Het netto-resultaat beliep sf.22. 987,=.

Bron: Jaarverslag 1990

Gebruikte kleding 1989

De kledingafdeling vormde in het verslagjaar 1989 ook weer een belangrijk onderdeel van het totale PAS-werk. Via deze afdeling werden honderden mensen geholpen. Naast kleding en schoeisel werden ook huisraad en beddegoed indien voorradig verstrekt. Over het jaar 1989 mocht de PAS 150 pakketten van diverse organisaties, partikuliere instellingen en personen in ontvangst nemen. De bijdrage die van­uit Suriname geleverd werd door het ter beschikking stellen van gebruikte kleding en goederen is nog altijd tamelijk omvangrijk

De verkoop en distributie van kleding leidden ertoe dat ook bemiddelend werd opgetreden voor het vinden van werk. Diverse bedrijven, instellingen en partikulieren deden een beroep op de PAS om uit te kijken naar arbeidskrachten. Ongeveer 200 personen meldden zich voor werk. Dit alles paste binnen de visie van de PAS op de verzelfstandiging van de mens die om hulp vraagt. Met name was dit van belang voor de ontheemden en evacuees, die in een afhankelijke situatie waren terechtgekomen. Dit alles neemt niet weg dat er teleurstellingen waren wat betreft de wetkinzet, betrouwbaarheid en ijver van enkele clienten die via de PAS werk vonden.

 Bron: Jaarverslag 1989

Gebruikte kleding 1988

De verkoop van gebruikte kleding en schoeisel (en alles wat daaraan voorafgaat: het wassen, sorteren, verstellen en ordenen) vergde alle aandacht van de huishoudelijke dienst met zijn vier vrijwilligsters.

In het verslagjaar werd wederom een start gemaakt met de verkoop (natuurlijk altijd tegen aan­gepaste prijzen, welke zelfs als zeer aangepast mogen worden aangemerkt gezien de absurde prijsstijgingen waaraan kleding­stukken en kleding in de winkels onderhevig zijn) in de diverse dorpen via lokale kontaktpersonen.

De.totale opbrengst van de verkoop bedroeg Sf. 19.050,= (dit zijn ongeveer 7.500 kledingstukken). Van deze opbrengst kwam Sf. 8.800,= ten goede van de algemene middelen van de PAS, Sf. 10.250,= werd besteed ten behoeve van het noodhulpprogramma.

Bron: Jaarverslag 1988

Algemene dienst 1987

Ook de algemene dienst (direktie, sekretariaat/administratie, logistiek en huishoudelijke dienst). funktioneerde uiteraard voor het overgrote deel ten behoeve van het noodhulpprogramma.

Toch waren er in de loop van 1997 wat aktiviteiten die vallen onder het reguliere programma en die het verdienen hier in het kort beschreven te worden.

De verkoop van huisnijverheidsartikelen vertoonde een drastische terugval. Ons assortiment werd minimaal, aanvulling was praktisch niet mogelijk. Voor de verkoop (die in totaal Sf. 1.345,= opbracht) moesten wij grotendeels putten uit de oude voorraad. De afzetbemiddeling verdween bijna uit het beeld van de PAS.

Een viertal redenen kan hiervoor worden aangevoerd:

  • een deel van de produktiegebieden werd onbereikbaar,
  • vanwege de schaarste ontstond een chaotische marktsituatie met sterk fluktuerende prijzen waarbij de prijs op de “vrije markt” stukken hoger lag dan de prijs die de verwerkings­industrie kon bieden,
  • de opkopers waren zeer aktief in het binnenland en trokken zelfs helemaal naar West-Suriname om daar pomtajer op te kopen tegen een prijs die 75% hoger lag dan de jarenlang gehanteerde prijs van o,60 cent per kg.
  • de radio-kommunikatie tussen PAS en binnenland raakte vol­strekt ontregeld zodat niet alert kon worden ingespeeld op de wisselende marktsituaties.

Ondanks deze belemmerende faktoren konden wij nog bemiddelen bij de afzet van 13.500 kg pomtajer (afkomstig uit Donderskamp – 1.351 kg, Washabo/Apoera – 5.695 kg en Tapoeripa = 6.460 kg) en ananas (1.100 kg uit Donderskamp).

Met deze bemiddeling waren de volgende bedragen gemoeid:

  • voor pomtajer     Sf. 8.799,=
  • voor ananas  Sf. 1.578,=
  • Totaal  Sf. 10.377,=(in.1986: Sf. 78.775,=

Als gevolg van de vijandelijkheden in het binnenland kwam de radio-kommunikatie met zo’n 25 dorpen in het gedrang. Aanvan­kelijk was via het nationale telekommunikatie-bedrijf nog enig kontakt mogelijk, maar in een later stadium werd door de overheid om strategische redenen het radio-verkeer volledig geblokkeerd. Naar het zich nu al laat aanzien zal herstel van het radio-kommunikatiesysteem van de PAS de nodige middelen gaan vergen – een flink aantal radio’s is ontvreemd, vernietigd of beschadigd.

De verkoop van gebruikte kleding (die via allerlei kanalen in overstelpende hoeveelheden werd ontvangen) vertoonde in het verslagjaar een wat ongebruikelijk beeld, Na een eerste ronde van gratis verstrekking aan de kategorie der ontheemden, volgde een tweede ronde van verkoop tegen zéér aangepaste prijzen, afgestemd op de geringe koopkracht. Door de verkoop weer van start te doen gaan, konden ook de niet-gevluchte boslandbewoners weer aan hun trekken komen. Om magazijnruimte te kreëren en ook om incourante kledingstukken te slijten, organiseerden wij in samenwerking met een parochiale welzijnsgroep een aantal openbare verkoopdagen. Deze aktiviteiten brachten ruim Sf. 4.500,= op. In totaal verkochten wij in 1987 voor Sf. 18.308,= aan kleding en schoeisel. Sf. 10.532,= daarvan kwam ten goede van de algemene middelen. Sf. 7.776,= werd be­steed voor uitgaven in het kader van het noodhulpprogramma.

Bron: Jaarverslag 1987

Gebruikte kleding 1986

Binnen de afdeling huishoudelijke dienst valt de verkoop van gebruikte kleding. Wij raamden een opbrengst van Sf. 5.000,=, het gerealiseerd­bedrag bleef daaronder (Sf. 3.658,=). De oorzaak is evident: in het laatste kwartaal begon de stroom van ontheemde en berooide bosland­bewoners op gang te komen. Onze hulpverlening omvatte naast levensmiddelen ook kleding. Per vluchteling verstrekten wij 2 sets kleding. De verkoop kwam derhalve vanaf oktober volledig stil te liggen.

Bron: Jaarverslag 1986

Gebruikte kleding 1985

Wij voorspelden voor 1985 een forse verhoging van de inkomsten uit de verkoop van gebruikte kleding (van een realisatie van Sf. 4.800,= in 1984 naar een raming van Sf. 7.500,= voor 1985).

Wij beschikten immers, dankzij een royale schenking van (en via) de RKBM, begin 1985 over een ruime voorraad kleding. Ondanks het feit dat de verantwoordelijke persoon voor de verkoop door familie-omstandigheden 2 maanden buitenlands vertoefde, wisten wij toch een opbrengst van Sf. 7.100,= te realiseren.

Het oorspronkelijk idee om de distributie en verkoop van de kleding lokaal te doen geschieden, heeft de PAS moeten laten varen. Er kwamen te veel klachten over favoritisme bij de verkoop. Behoudens enkele uitzonderingen, verzenden wij daarom geen kledingpakket­ten meer naar het binnenland. De boslandbewoner heeft, getuige onze verkoopcijfers, de weg naar het PAS-centrum inmiddels goed weten te vinden.

Bron: Jaarverslag 1985

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag